Wat is een shanty
De Shanty is een van de vormen van zeemansliedjes. Naast de shanty zijn er ceremoniële liedjes en volksliedjes. De oudste zeemansliederen die bekend zijn, stammen uit de 15e eeuw. Het zeemanslied
kwam pas goed tot ontwikkeling aan het einde van de 18e eeuw. De viool en de fluit waren meestal de begeleidingsinstrumenten en vanaf de 2e helft van de 19e eeuw ook de trekzak of de harmonica. Bij gebrek aan voldoende muziekinstrumenten gebruikten de matrozen ook vaten, blikken en bestek.
De melodie van de shanty heeft een Afrikaanse oorsprong. Negerhut is de oorspronkelijke betekenis van het woord shanty. Schepen die negerslaven vervoerden werden shanty’s genoemd, naar de krottenwijken met negerhutten.
Na de afschaffing van de slavernij gingen veel negers varen bij de koopvaardij en zongen daar hun liedjes. Deze songs werden door de Europese matrozen ( vooral Ieren en Engelsen) gemengd met bekend volksliedjes. Uit deze combinatie zijn de zeemansliedjes ontstaan die we shanty’s noemen.
De teksten van de huidige shanty’s zijn vaak ingetogen en zachtaardige versies van erg rauwe originelen. De zee is en was de inspiratie voor maar één ander onbereikbaar iets. In de liedjes vind je terug waar de zeeman van droomde en wild over fantaseerde: vrouwen. Zij waren de uitlaadklep voor een naar huidige maatstaven beestachtig hard en eentonig bestaan. Er zijn van de diverse liedjes dan ook minimaal 2 versies: één die ze op zee zongen en de ander als er vrouwvolk of hoog bezoek aan boord was. Wat ook gebeurde is dat men de schunnige woorden in een lied niet zong maar floot. In de tijd van de VOC werkten op onze schepen veel buitenlanders als matroos.
De zeelieden zongen shanty’s ter ondersteuning van het zware werk aan boord. Dat moest meestal in een bepaald vast tempo worden uitgevoerd. De liedjes moesten ervoor zorgen dat de bemanning effectief en gecoördineerd bewoog, om het ritme en tempo vol te houden. Deze vaak eenvoudige teksten brachten matrozen ten gehore bij het hijsen van de zeilen, het lichten van het anker, het draaien van de ra, het pompen en het laden en lossen. De regel was dat wat je zong niet tegen je kon worden gebruikt. Zo werden er teksten gemaakte over de slechte omstandigheden aan boord en het gedrag van de officieren. Om je frustraties af te reageren konden deze liederen worden gezongen zonder dat je ervoor werd gestraft
Nederlanders voelden niet zo veel voor een bestaan op zee. Wel waren – net als nu – de officieren meestal Nederlanders. Veel van de liedjes uit die tijd hebben een wervend karakter of een communicatieve functie. De verrichtingen van onze zeehelden verspreidden zich op deze manier om de moed er in te houden bij Jan Matroos.